Wat is Yoga ?

De meeste Westerlingen hebben nog altijd slechts een vaag begrip van wat Yoga in wezen is. Voor velen is het een soort gymnastiek en heeft het ook iets te maken met ademen en relaxatie, misschien zelfs met meditatie. Maar yoga is veel meer dan dat, het is een complete levensleer die een progressieve verbetering van de levenskwaliteit beoogt, tot aan de volledige bevrijding van elke vorm van lijden. Enig inzicht in de basisbegrippen van deze leer en ook van zijn middelen of praktijken, zijn noodzakelijk om te begrijpen wat yoga werkelijk is.

1.1 Yoga als levensleer

Voor yoga is de mens als persoon een samengesteld wezen, bestaande uit twee totaal verschillende maar compatibele elementen. De hoofdcomponent, die er de wezenskern van uitmaakt, is de individuele bewustzijnskern of het “spirituele “zelf”, enigszins te vergelijken met wat wij de ziel noemen. Deze wezenskern is immaterieel, onveranderlijk, uiteraard bewust, en zijn werkzame krachten maken de “persoon” tot een levend wezen. Geassocieerd met deze wezenskern zijn er verschillende uit elkaar voortkomende materiële lagen met verschillende graden van subtiliteit (waarneembaarheid).

De eerste, meest subtiele laag, die het dichtst bij de immateriële wezenskern staat, is die van het intuïtief of hoger denken, waarin het bewustzijn van de wezenskern werkzaam is om te “kennen” en te “beleven”. Alle bewuste geestelijke activiteiten grijpen hierin plaats, waarbij de materiële laag een verbeeldende functie heeft, waarvan het bewustzijn van de wezenskern zich door éénwording met dit “denkbeeld” bewust is. De geest is in dit concept materieel van aard, dus onbewust en wezenlijk veranderlijk, terwijl de wezenskern van die geest immaterieel, dus onveranderlijk, en bewust is.

De mens als “persoon” is in dit concept die samengestelde entiteit, waarin deze twee wezenlijk verschillende componenten samenwerken : de wezenskern of het “spirituele zelf”, en de materiële lichamen, die opgebouwd zijn als verschillende lagen, vanaf het hogere denken tot aan het grofstoffelijk lichaam dat we met de grove zintuigen kunnen waarnemen.
De toegevoegde figuur is bedoeld om dit model van de menselijke persoon zoals de yoga leer die ziet te verduidelijken en enig inzicht in dit concept is noodzakelijk om te kunnen begrijpen hoe yoga erin kan slagen om de mens van zijn lijden te bevrijden.

De meest subtiele ervaring die een persoon kan hebben is die van “bewust zijn”, de ervaring van de subtiele materie van het hogere denken zelf, waarin geen enkele activiteit aanwezig is. Deze subtiele beleving is gekenmerkt door onbewogenheid, helderheid en een gevoel van intens geluk, allemaal kenmerken van de diepere lagen van de tot rust gebrachte geest. Deze ervaring kan beleefd worden in een geslaagde meditatie en laat, vanwege haar aangenaam karakter, een verlangen na om herhaald te worden. Het kan een extatische ervaring zijn.

Leven vanuit dit “zelfbesef” is kwalitatief gezien de hoogst mogelijke manier van leven, omdat er dan op de achtergrond altijd een gevoel van geluk (zelfs zaligheid) en vervulling aanwezig is, een gevoel van verbondenheid met iets absoluuts, een onvoorwaardelijk vertrouwen . De geest is dan rustig en helder, waardoor men alle situaties juist inschat en zodoende problemen voor de toekomst vermijdt. Er is dan geen angst, geen brandend verlangen, geen afkeer, geen frustratie, geen stress.

Het doel van yoga als levensleer is de wezenskern, het zelf, beter en beter te leren kennen, wat in zijn hoogste graad zelfrealisatie genoemd wordt. Onder realisatie van iets verstaat men het existentieel kennen, het beleven ervan. De voorgaande paragraaf toont duidelijk het belang aan van een dergelijke realisatie. Yoga is dus praktisch gezien een levensleer die streeft naar de hoogst mogelijke levenskwaliteit.

1.2 De middelen van Yoga


De yoga leer maakt een grondige studie van het lijden van de mens in al zijn mogelijke vormen en concludeert dat de basisoorzaak daarvan de onwetendheid is omtrent zijn ware aard (wezenskern). De remedie tegen die kwaal is het ontwikkelen van zelfkennis en de middelen om daartoe te komen vormen het achtledige yoga pad. De acht onderdelen van yoga hebben betrekking op de mens in zijn totaliteit.


1.2.1 Sociale gedragsregels : Niet kwetsen ; naar waarheid handelen, spreken en denken ; niet stelen ; beheersing van de zinnen ; niet-bezitterigheid. De naleving van deze richtlijnen maakt de geest rustig en helder en voorkomt elke vorm van verstoring ervan door moeilijkheden met de medemensen.

1.2.2 Persoonlijke gedragsregels : Fysieke en mentale zuiverheid ; tevredenheid ; discipline in oefening, voeding en levenswijze ; zelfstudie ; overgave aan het Hogere. De naleving van deze regels dragen bij tot lichamelijk, geestelijk en spiritueel welzijn.

1.2.3 Yogahoudingen (asana’s) : Het gaat hier om het werken met een aantal welomschreven lichaamshoudingen, op een welomschreven manier. Er bestaan talloze yogahoudingen, maar een vijftigtal goedgekozen houdingen volstaan ruimschoots om aan onze behoefte aan dit soort oefeningen te voldoen. Dit is waarschijnlijk het meest gekende onderdeel van yoga en velen vereenzelvigen yoga hiermee. Het is misschien ook de best toegankelijke vorm tot yoga voor het grote publiek en een goed opgevatte yoga les kan vele van de andere onderdelen van yoga in een asana-les (yoga les) integreren. Benevens de voordelen eigen aan de geïntegreerde onderdelen geeft de beoefening ervan gezondheid, levenskracht en onverstoorbaarheid door allerhande tegenstellingen die men in het leven ontmoet (vreugde en verdriet, succes en falen, …).

1.2.4 Beheersing van de levenskrachten via de ademhaling : Het beheersen van de vitale krachten die in ons werkzaam zijn gebeurt via de beheersing van de adem en elke vorm van bewust ademen maakt er deel van uit. De adem is ook het medium dat het lichaam en de geest met elkaar verbindt. Men kan via het ene op het andere inwerken (yoga is dus wezenlijk van oudsher een “mind-body therapie”). Het is de bedoeling van deze discipline om de adem lang en fijn te maken waardoor de geest rustig en helder wordt en geschikt voor concentratie.

1.2.5 Beheersing van de zintuigen : Wie de volgende drie onderdelen van yoga wil beoefenen dient eerst de natuurlijke geneigdheid van de zintuigen te overwinnen om de aandacht naar buiten te trekken. Het volgen van de spontane beweging van de natuurlijke adem is één van de beste middelen hiertoe, dit is trouwens de basis van wat ondertussen in paramedische kringen aangeboden wordt als “mindfullness”.

1.2.6 Beheersing van de geest – concentratie : De drie volgende middelen van yoga worden de inwendige middelen genoemd omdat zij zich zuiver op de geest richten. Het vasthouden van de aandacht op één “plaats” (onderwerp) is concentratie. Dit is trouwens het eerste stadium van de meditatie die volgt, in een proces waarin de geest naar binnen gekeerd blijft en de aandacht zich meer en meer beperkt tot één enkel onderwerp, het gekozen object van meditatie.

1.2.7 Beheersing van de geest – meditatie : Van zodra de aandacht zonder onderbreking en moeiteloos gericht blijft op dat onderwerp spreekt men van meditatie en wanneer die zich verder verdiept komt men tot het volgende stadium van het meditatieve proces.

1.2.8 Beheersing van de geest – éénwording met het object van meditatie (samadhi) : Wanneer in het proces van meditatie ook het zelfbesef verdwijnt (“ik mediteer”) en de aandacht alleen nog rust op het object van meditatie, in zijn totaliteit, dan is er samadhi, éénwording met het object. Het bijzondere van dit proces van samadhi is dat welke ook het gekozen object weze, het proces in zijn hoogste stadium altijd gaat naar “zelf”-kennis en daardoor naar het realiseren (verwerven) van de hoogst wenselijke kenmerken van het “zelf”.

Al deze middelen werken onderling samen en men beoefent ze best allemaal om het beoogde doel te bereiken, het ene vergemakkelijkt en versterkt het andere.

Om het “zelf” en de wezenskwaliteiten daarvan te leren kennen dient de geest rustig en geconcentreerd gemaakt te worden, met de aandacht naar binnen gericht. Wanneer hij deze kwaliteiten lang genoeg behoudt dan gaat de persoon zijn wezenskwaliteiten leren kennen door ze te ervaren. Deze ervaring is heel aangenaam, wat aanzet tot herhaling. Daardoor ontstaat een “gracieuze cirkel” die de levenskwaliteit voortdurend verbetert, en dit op alle vlakken, omdat de kwaliteit van de geest de grondslag vormt van alle aspecten van ons bestaan.

Wat ons ervan weerhoudt om die wezenskwaliteiten ononderbroken te beleven is het feit dat de aandacht van nature naar buiten gericht wordt via de zintuigen, aangetrokken door de objecten die ermee overeenstemmen. Door deze natuurlijke neigingen zijn bovendien gewoonten ontstaan die zich versterken door herhaling. Hoe meer men aan een neiging toegeeft, hoe sterker ze wordt en zo komt men terecht in een vicieuze cirkel van onderhouden lijden, omdat men aangename ervaringen wil herhalen en onaangename ervaringen wil vermijden. Uit het ene ontstaan gehechtheid en verlangens en uit het andere weerstand en afkeer. Zowel het ene als het andere brengen heel wat menselijk lijden teweeg. Verder is er nog de aangeboren angst om niet meer als persoon te bestaan, omdat men zijn tijdloze innerlijke dimensie niet wezenlijk kent. Deze primaire angst vormt de basis voor alle andere angsten.

Inzicht in deze problematiek via de basisprincipes van de yoga leer en het gebruik van de middelen die erin aangereikt worden om de oorzaken van het lijden (gehechtheid, afkeer en angst) te verkleinen en uiteindelijk te verwijderen, geven de oplossing, niet enkel voor het probleem van de stress, maar voor vrijwel alle problemen waarmee de mens als persoon te kampen heeft. De kern van deze benadering heeft te maken met het verwerven van inzicht in zijn gewoonten en de gevolgen daarvan, door het ontwikkelen van een voortdurend bewustzijn (in het Engels “mindfullness”). Via dit inzicht kunnen slechte gewoonten afgebouwd en goede gewoonten opgebouwd worden, in een voortgezet proces tot aan het definitieve verdwijnen van elke vorm van lijden.

2. Achtergronden


Yoga is oeroud en degenen die het ontwikkeld hebben vonden het blijkbaar niet belangrijk om hun naam daaraan te verbinden en alles in de tijd te situeren. Hij komt voort uit een eeuwenoude traditie die van in het begin der tijden van meester op leerling werd doorgegeven, vertrekkend van een rechtstreekse incarnatie van het Absolute, bron van alle kennis.

Als levensleer is yoga één van de zes grote levensscholen van India, die allen gebaseerd zijn op de geopenbaarde kennis van de Veda’s. Het beknopte kader van dit werk laat niet toe om hierover verder uit te wijden. Yoga heeft het voordeel dat er heel wat psycho-sensoriële technieken in vervat zijn en dat hij universeel van aard is, waardoor hij door iedereen kan beoefend worden en ook vandaag nog actueel en doeltreffend is.

Het basiswerk van yoga is de samenvatting die de wijze Patanjali ergens tussen 200 VC en 500 NC gemaakt heeft in de Yoga Sutra’s. In slechts 195 korte uitspraken, die wel enige uitleg behoeven, heeft hij de ganse yoga leer samengevat.

Er wordt naar deze volledige benadering van yoga verwezen als de Yoga van Patanjali, of Ashtanga yoga (achtledige yoga), of Râja yoga (koninklijke yoga) of als Yoga Darshana (het gezichtspunt van Yoga op de Veda’s) als men het over de levensleer heeft.

Vanaf de tweede helft van de zestiger jaren werd yoga vooral naar ons land en naar West Europa gebracht door monniken van de “Divine Life Society” die door Swami Shivananda te Rishikesh (India) werd opgericht en die nu nog altijd een afdeling heeft in Aalst ; zij onderwijzen Yoga en Vedanta. Ook de “Ramakrishna Mission” heeft in die tijd heel wat invloed gehad in onze gewesten, onder meer door de geschriften van Vivekananda, zij onderwijzen praktisch uitsluitend Vedanta.

Vanaf die tijd is zich ook de Belgische Yogafederatie gaan ontwikkelen en heeft aanvankelijk een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van de Yoga in Europa. Namen als André Van Lysebeth en Gerard Blitz (afkomstig van Antwerpen) hebben ondertussen een grote internationale bekendheid verkregen. De Belgische Yogafederatie is trouwens medestichter van de Europese Yoga Unie. Ook zij is de dans van de federalisering niet ontsprongen en noemt nu Yoga Federatie van de Nederlandstaligen in België vzw.

Ondertussen is yoga wereldwijd gekend en jammer genoeg ook meer en meer gecommercialiseerd. Wanneer men nu op het Internet zoekt naar “Yoga” dan wordt men letterlijk overstelpt met informatie over dat onderwerp. Er bestaan nu helaas ook talloze verwaterde en commerciële vormen van yoga waarvan er velen geen enkele voeling meer hebben met de bron van deze prachtige traditie.

Gelukkig zijn er organisaties zoals de Belgische Yogafederatie, de Europese Yoga Unie en andere nationale yogafederaties die er deel van uitmaken, die borg willen staan voor getrouwheid aan de traditie en voor de kwaliteit van de overdracht.